De Stabyhoun


Geschiedenis


De Stabijhoun is omstreeks 1800 voor het eerst ontdekt.

Ze is afkomstig van de hoge zandgronden van het Woudengebied in Friesland en werd door de ‘kleine man’ gebruikt als jachthond op haar- en veerwild.
De stabij werd ook voor bestijding van ongedierte zoals bunzing, mollen, ratten en in  1800 zelfs voor Otters ingezet. Dat leverde vaak wat extra inkomsten op door verkoop van bijvoorbeeld mollenvellen.
Ook  voor optreden als waakhond draaide de Stabij zijn poot niet om.

In Friesland werd de Stabij ook wel Bijke genoemd. Een naam die je in meerdere oude teksten kunt tegenkomen.

Geschiedenis StabijDe Stabij is verwant aan de Drentsche Patrijshond en de Kleine Münsterlander en hebben hun afkomst uit de Spioenen die met de komst van de Spanjaarden meekwamen naar de noordelijke landen.

Je kunt de Stabij terug vinden op schilderijen van de oude meesters zoals Jan Steen.

In 1942 is het ras officieel erkend door de Raad van Beheer. Sinds de jaren zestig is de Stabij ook populair geworden buiten Friesland en omgeving.

Rasstandaard


Algeheel beeld

Een eenvoudige, krachtig gebouwde, langharige staande hond, meer gestrekt dan hoog, die niet te fors en niet te fijn mag zijn. De huid moet goed gespannen zijn en de hond mag geen keelhuid en hanglippen vertonen.

 

Aard

De Stabij is als huishond aanhankelijk, zacht en lief. De hond is schrander, leerzaam en gehoorzaam. In huis of op het erf is de Stabij een rustige maar waakse hond, niet vals noch bijterig.

Hoofd

Het hoofd is ‘droog’ en de grootte in verhouding tot het lichaam, vertoont

meer lengte dan breedte. Schedel en snuit zijn even lang. De schedel is licht gewelfd, niet smal, doch vooral niet de indruk wekkend van breed te zijn en gaat met een lichte ronding over in de wangen (wangspieren weinig ontwikkeld). De overgang van de schedel in snuit, stop, geleidelijk en slechts matig aangegeven. De snuit krachtig, geleidelijk iets smaller wordend naar de neus toe, zonder spits toe te lopen. De neusrug is recht, dus van terzijde gezien niet een bol-, noch een holliggende lijn tonend. De neusrug is breed en de neus is goed open. De lippen goed gesloten, niet overhangend. Gebit krachtig en scharend.

Ogen

De ogen liggen waterpas, zijn middelmatig groot en rond met goed gesloten oogleden, zonder het bindvlies te laten zien, noch uitpuilend, noch te diep liggend. De kleur is donkerbruin voor honden met zwarte grondkleur en bruin voor honden met bruine of oranje grondkleur, doch nimmer geel als van een roofvogel.

Oren

De oren zijn vrij laag aangezet, oorschelp niet sterk ontwikkeld, zodat de oren goed gevouwen en zonder enige draai vlak tegen het hoofd gedragen worden. De oren zijn middelmatig lang en hebben de vorm van een troffel. De beharing van het oor is een typische eigenschap van het ras, zij is bij de basis van het oor vrij lang, neemt naar beneden in lengte geleidelijk af, terwijl het onderste 1/3 deel van het oor met kort haar is bezet. De lange beharing moet recht zijn, iets gegolfd mag.

Neus

Zwart voor honden met zwarte grondkleur en bruin voor de honden met een bruine of oranje grondkleur. Niet gespleten. Neusgaten goed geopend, neusspiegel goed ontwikkeld.

Borst

Van voren gezien is de borst vrij breed, meer breedte dan diepte tonend en daarom staan de voorbenen vrij ver uit elkaar. De onderborst is niet puntig en niet dieper reikend dan tot aan de ellebogen.

 

Lichaam

Het lichaam is krachtig gebouwd. De ribben zijn goed gerond, met goed ontwikkelde achterribben. De rug is recht, vrij lang met een weinig afvallend kruis. De lendenen zijn krachtig en de buik is matig opgetrokken.

 

Staart

De staart is lang en reikt tot aan de hiel. Niet hoog ingeplant en wordt naar beneden gedragen. Het onderste 1/3 deel gaat met een lichte buiging naar boven gebogen (in actie gaat de staart omhoog). Rondom en tot aan het einde lang behaard, zonder krullen of golven (geen bevedering, maar bossig).

Voorhand

Schouder goed aansluitend aan het lichaam. Schouderblad is schuin geplaatst, goed gehoekt . Onderarm is krachtig, goed recht, voorvoeten recht en niet doorgezakt. Voeten zijn rond, tenen goed ontwikkeld en gebogen met krachtige voetzolen.

Achterhand

De achterhand is krachtig met goede hoeking van darm- en dijbeen en van dijbeen en schenkelbeen. Schenkelbeen mag niet te lang zijn. Hiel is dicht bij de grond geplaatst, achtermiddenvoet dus kort. Achtervoeten rond met goed ontwikkelde voetzolen.

Beharing

De beharing is lang en sluik over de gehele romp. Hoogstens mag op het

kruis een enkele lichte golf voorkomen. Het hoofd is kort behaard. De beharing aan de achterzijde van de voorbenen en aan de broek is goed ontwikkeld, meer bossige beharing dan vederbeharing. Broek is lang behaard. Iets gekrulde beharing komt soms voor, maar wijst op een kruising en daarom mogen de honden met een dergelijke beharing niet als Stabij worden erkend.

Kleur en grootte

De kleuren zwart met witte aftekening, alsmede bruin met witte aftekening en oranje met witte aftekening komen voor. In het wit mogen schimmel en/of spikkels voorkomen. De ideale maat voor reuen is 53 cm en voor teven is de ideale maat 49 cm.

ras-types

 

Inhoud van: http://www.onzestabyhoun.nl/rasstandaard/ , http://www.onzestabyhoun.nl/ras-geschiedenis/

En vind meer informatie op: www.onzestabyhoun.nl